Verzorgingsstaat
In Nederland hebben wij een verzorgingsstaat. Dit betekent dat de staat de verantwoordelijkheid heeft om het welzijn van de burgers te onderhouden. Dit kan dan gaan om kwesties van gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid en sociale zekerheid. Daarom worden in een verzorgingsstaat vaak veel zaken door de overheid gereguleerd. Het tegenovergestelde hiervan is bijvoorbeeld een nachtwakersstaat. Hierin houdt de overheid zich zo min mogelijk bezig met de burgers en hun welzijn.
Maar niet elk land dat onder een verzorgingsstaat valt heeft dezelfde regels, want ieder land heeft natuurlijk ook verschillende normen en waarden. Daarom zijn er ook verschillende types van verzorgingsstaten. Je hebt onder andere een Mediterrane en nieuwe lidstaat als types van verzorgingsstaten. Dan hebben we ook nog types als de sociaaldemocratische verzorgingsstaat, corporatistische verzorgingsstaat en liberaal-Angelsaksische verzorgingsstaten die worden gezien als de belangrijkste- en tevens meest gebruikte drie types.
De sociaaldemocratische verzorgingsstaat houdt in dat er een uitgebreid zorgstelsel is, met relatief hoge en vrij algemeen toegankelijke uitkeringen. De burgers betalen daar tegenover wel veel belasting. Dit type kent een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid met relatief hoge, vrij algemeen toegankelijke uitkeringen en goede regelingen wat betreft ouderschapsverlof. Ook heeft dit stelsel vaak een hoog percentage aan arbeidsmarktparticipatie.
De corporatistische verzorgingsstaat heeft ook een vrij hoog voorzieningsniveau, maar de burgers zelf hebben wat minder rechten. in een corporatistische verzorgingsstaat spelen werknemer- en werkgeversorganisaties een belangrijke rol. De overheid heeft dan ook wat minder controle op de arbeidsmarkt. Wel zijn de werknemers, zij het niet door de grote invloed van werknemersorganisaties vaak beter beschermd tegen ontslag.
Maar in de liberaal-Angelsaksische verzorgingsstaten daarentegen, ligt het niveau van sociale voorzieningen veel lager, en zijn uitkeringen moeilijker te bemachtigen. Bovendien, al heb je dan toch een uitkering, dan zijn de uitkeringspercentages lager én korter. Dit komt dan ook voornamelijk omdat de overheid zich minder bezig houd met het welzijn van de burgers, en meer geld en tijd besteed aan andere zaken. Dit hoeft dan ook niet slecht te zijn, er zitten namelijk ook vele voordelen aan. Alleen moet je goed weten hoe je die kunt benutten.
Nederland
Wijzelf hebben eigenlijk een combinatie van twee types verzorgingsstaten. Nederland word vaak gezien als een mengeling tussen het corporatisme en het democratisch-socialisme. Dit hebben wij te danken aan onze president én vele vakbonden die aanzetten tot de grote veranderingen. Onze verzorgingsstaat werd opgebouwd vanuit de 19e eeuw en langzamerhand kregen wij een verzorgingsstaat. In de late 19e eeuw begon Nederland, net als vele andere landen, aan een geleidelijk proces dat een verzorgingsstaat werd.
De ontwikkeling van sociale verzekeringen in Duitsland onder leiding van Bismarck was een zeer belangrijke factor en tevens een duwtje in de rug voor vele landen. Bismarck, die aanzette tot het veranderen van bijvoorbeeld wetten en verscheidene waarden en normen word nog steeds gezien als een van de drukpunten. Sommige regelingen, waaronder die in Scandinavië, werden grotendeels gebaseerd op de ontwikkeling van voorzieningen op basis van niet-commerciële verzekeringen op basis van zijn beleid.
Ten onder
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog werd de Nederlandse verzorgingsstaat langzamerhand opgebouwd. Een uitgebreid stelsel van uitkeringen, publieke, onderwijs, gezondheidszorg en een groeiend aantal ambtenaren werd gefinancierd vanuit een stapel snel stijgende belastingen en premieopbrengsten. Dit ging een korte tijd soepel zijn gang, totdat begin jaren tachtig het stelsel dreigde te bezwijken omdat het simpelweg onbetaalbaar werd. De werkloosheid begon dan ook op te lopen.
Vanaf de jaren 70 liep het op en in 83′ bereikte de werkloosheid een hoogtepunt van ongeveer 11%. Dit hoge percentage werklozen veroorzaakte hoge sociale uitgaven, terwijl de belastingopbrengsten juist terugliepen door het lage aantal werkenden. Deze situatie was onhoudbaar omdat er de kosten voor de overheid opliepen, ze moesten de werklozen onderhouden maar kregen te weinig belasting door het hoge percentage werklozen. In het begin werd er nog geleend en probeerde de overheid de werkloosheid nog naar beneden te brengen door te lenen, en met dat geld een aantal acties te vergoeden en die te realiseren. Uiteindelijk lukte het Lubbers om in 1993 het begroting tekort sterk terug te brengen. Nu, in de 21e eeuw leven we nog steeds onder bijna dezelfde principes.
Ouderenzorg
De ouderenzorg is natuurlijk een belangrijk punt als je kijkt naar een verzorgingsstaat. Maar in Nederland is de zorg in veel verzorgings- en verpleeghuizen matig. Het welzijn van ouderen is daardoor in niet zoals het hoort én kan zijn.
Dat blijkt uit een rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg dat vandaag verschijnt. Bij één op de vijf van de 450 zorgorganisaties in Nederland heeft de Inspectie ernstige twijfels over de kwaliteit. Wat bleek is dat in bijna de helft van de instellingen niet 24/7 vakkundig personeel aanwezig was. De medewerkers die dan wel aanwezig waren, hadden dan niet eens genoeg kennis op de ouderen hun welverdiende hulp op een normale en acceptabele manier te geven. Verder hielden een aantal instellingen hun dossiers met betrekking tot de gezondheid van de bewoners niet goed bij. Volgens vele artsen is dit een cruciaal punt. Zo kunnen ouderen met een allergie voedsel krijgen waar ze allergisch voor zijn, en als ze ziek worden volgestopt worden met medicijnen omdat de medewerkers simpelweg te weinig kennis hebben. Ook worden de regels rond medicijnen niet nageleefd. Middelen werden bijvoorbeeld te warm bewaard, of gewoon gebruikt terwijl het niet meer te gebruiken was. Het blijkt dus dat in de zorgsector snel hulp nodig is, we hebben tekort aan vakkundige mensen.